dinsdag 9 mei 2023

Lossiemouth aan de Moray Firth

Waar het riviertje Lossie in zee stroomt ligt Lossiemouth. Een dorp van zevenduizend inwoners aan de zuidkant van de Moray Firth, vijfendertig mijl oostelijk van Inverness. We zijn hier gisteren aan het eind van de middag binnengelopen en vandaag gebleven omdat er harde wind was voorspeld.


Lossiemouth, gebouwd voor een lange levensduur in bar weer
Aan het haventje en de bebouwing eromheen te zien leefde Lossiemouth in het verleden van de kustvisserij. Leefde, want veel is daar niet meer van over. Een enkele visser blijft vechten tegen de grootschalige visvangst en trekt nog dagelijks naar zee. Voor de rest is de haven zo goed en zo kwaad als het ging, ingericht met ligplaatsen voor zeil- en motorboten. Belangrijke werkgever is al jaren de basis van de Royal Air Force, een paar mijl landinwaarts. De huizen hier stralen degelijkheid uit, zijn van zwaar hardsteen met kleine ramen. Bestand tegen bar weer.

Naar zee in een paar bochten om de golven te dempen
Vanochtend bij de koffie op het havenhoofd keerde een man van onze leeftijd op een mountainbike om en kwam een praatje maken. Jaren gewerkt bij de luchtmacht, nu met prepensioen. Time-rich noemde hij dat. Mooie term, om te onthouden en over na te denken. Een ervaren zeiler ook die jarenlang deliveries deed met allerlei schepen. En zeilinstructie gaf aan de Schotse noordwestkust. Met veel rollende erren somde hij de mooie haven en ankerplekken op. Te snel om allemaal te onthouden. Een van de mooiste zeilgebieden van de wereld volgens hem. We gaan het zien. Let wel op het tij, zei hij, want het kan er heel hard stromen. Gezellig en behulpzaam praatje, en weg was hij weer.

Vanmiddag regen, voor het eerst deze reis. Na een klein rondje buitren hangt de kajuit vol drogende broeken en jassen. En het elektrische kacheltje snort.
Rond borreltijd doen we een paar boodschapjes en stappen op de weg terug binnen bij The Steamboat. Een gezellige pub aan de kade waar bij binnenkomst alle aanwezigen bezig zijn met een groot gezamenlijk kaartspel onder luidkeelse aanvoering van een soort hofnar met een bijzonder hoofddeksel. Een kwartier later is het spel onder trommelgeroffel op de bar over: een jongedame heeft gewonnen. De sfeer is gemoedelijk en gezellig. Op de achtergrond voetballen Duitsland en Frankrijk, maar veel aandacht daarvoor is er niet. We raken aan de praat met onze buurman aan de bar, eind zestig, grijze baard, ronde kop. Hij drinkt rode wijn. Een echte Schot, maar zijn catamaran ligt bij Valance in Zuid-Frankrijk. Hij houdt van Frankrijk, vandaar. Elk jaar zeilt hij op de Middellandse Zee. Alleen dit jaar niet. Hij gaat op een cruise. Opstappen ergens in Groenland, drie stops in Groenland en dan bovenlangs de noordwestelijke doorvaart. Afstappen in het uiterste noordoostelijke puntje van Rusland. Eenentwintig dagen doet het cruiseschip er over. Voor onze buurman is het een voorbereiding op de zeiltocht rondom de wereld die hij volgend jaar wil doen. Andere wereldomzeilers zeilen niet echt rond de wereld vindt hij. Een wereldomzeiling mag pas zo heten als je bovenlangs en onderlangs bent gezeild. Tot nu is dat zelden gepresteerd. Onze buurman praat er zeer serieus over. Ons lijkt het een heel aangaan in een catamaran van 31 voet.
Ook deze zeiler heeft ervaring met de noordwestkust en somt de mooie plekken op. En de goede ankerplekken die goedkoper zijn dan de marina's. Over Dublin wordt hij helemaal enthousiast. Het Caledonisch kanaal noemt hij weliswaar heel mooi, maar veel te duur. Een week doortocht net zo duur als een jaar lang liggeld in zijn haventje in Valance. Bij vertrek uit de pub roepen alle aanwezigen ons een goede en behouden vaart na. Goed bestede borreltijd.

Prachtig licht, moeilijk in een foto te vatten
Heel bijzonder hier zo noordelijk is het licht. Dat lees en hoor je vaker, maar hier zien we met eigen ogen wat daarmee wordt bedoeld. De wolken tekenen zich heel helder af, alsof je ze zo kunt aanraken. De helderheid is onvoorstelbaar. Vanaf de kade zien we met gemak de overkant van de Firth en het heuvelachtige landschap daar. In een rechte lijn is dat bijna dertig mijl. Ik denk dat de meest verre kustlijn naar het noorden wel vijftig mijl weg is. Onder het wolkendek door zorgt vanuit het westen de zon voor een ongekende helderheid en stralend licht. Na het douchen blijf ik er zomaar vijf minuten ademloos naar kijken. Samen met een lokale bewoner die speciaal even komt aanlopen en gaat staan kijken. Ook hij is duidelijk enthousiast over het spectaculaire uitzicht. We wisselen een paar woorden. Dan is het tijd voor koffie.



woensdag 29 juni 2016


Alle gedoe met die olielekkage kost de nodige tijd, inclusief de borrel achteraf. Daardoor hebben we niet langer zo'n zin om te vertrekken op het geplande tijdstip: vijf uur in de ochtend. Dat wordt rond acht uur. En daardoor sneller stroom tegen en dus niet naar Calais maar naar Duinkerke. Geen mooie stad, wel heel vriendelijke en behulpzame havenmeesteressen. Getankt, gegeten en wat gelummeld en vroeg naar bed want de volgende ochtend half vijf eruit en om vijf uur buiten. Dat blijkt de volgende ochtend vroeg een wat verwarrende afspraak te zijn geweest. Omhalen vijf uitje bed of om half vijf de haven uit. Om vijf uur buiten om te vertrekken of om vijf uur uit de haven en op zee. Afijn, de langslapers passen zich razendsnel aan en om vijf uur zijn we buiten. Een rustige zee, een paar zeilers en een enkel zeeschip. Weinig wind, veel motoren. Parallel aan de kust richting Calais, rechtdoor naar de shippinglane en recht oversteken. Het is wat heiig maar op de AIS zien we perfect wat er aan scheepvaart op ons af komt. In de 'middenberm' van de twee lanes weer een slag parallel naar het zuidwesten en dan voor Dungeness de zuidwest gaande lane oversteken. Daar is het een stuk drukker, wij haaks op de richting van al die grote bakken die highspeed op hun volgende haven afstevenen. Alles gaat goed en voor Dungeness gaan we bakboord uit naar Eastbourne. Dertien uur en 85 mijl na vertrek maken we vast in het sluisje en een kwartier later liggen we perfect en rustig in de moderne Marina. Borrelen natuurlijk en daarna genieten van de heerlijk maaltijd die Micheline onderweg al heeft bereid.

Eastbourne ligt onder aan de klif die naar het zuidwesten oploopt naar Beachy Head, beroemd en berucht, maar ook heel mooi. We hebben de stad al vaker gezien en pakken daarom de volgende ochtend de vouwfietsen uit voor een heerlijke en zonnige fietstocht langs de kust naar het noordoosten. Dat is een vlak gebied met drukken en heel rustige wegen. Thee, en voor een enkeling een 'pint of lager' in de lokale pub en dan door naar Brighton. Dat ligt 'net' om de hoek bij Beachy Head, amper vijfentwintig mijl. We liggen nog niet vast of het plenst met bakken uit de hemel. Bliksem en donder erbij. Alles wat zout was is meteen weer zoet gespoeld.

Het is vandaag de dat dat de Britten stemmen voor of tegen hun Brexit. Op straat merk je daar weinig van, een enkel bordje met 'polling station' uitgezonderd. Toch zijn we wel benieuwd hoender afloopt en daarom verkassen we na het avondmaal naar de pub aan de haven. Lekker druk, lekker bier en... de televisie natuurlijk aan met de uitslagen er op. Op dat moment best spannend: de laatste exitpolls zeggen dat 52% in de EU wil blijven. De volgende morgen worden we wakker met de omgekeerde uitslag: 52% wil er uit en 48% wil blijven. Onze alleen zeilende oudere achterbuurman aan de steiger is hevig ontdaan. Mijn zijn brandende pijp in zijn mond geeft hij af op zijn landgenoten. "We are a land of stupid idiots. We don't like anyone and we don't trust anyone. It is a shame and a pity." Het is duidelijk: hoe kunnen wij Britten zo stom zijn!


Vervolgens helpt hij ons graag een handje om zonder schade los te komen van lagerwal.

maandag 20 juni 2016

Guernsey, here we come

Het is druilerig en nat in de Marina van Oostende. Onder de afgesloten buiskap slaan de ramen aan en tikt de regen op het tentdoek. Dat is eigenlijk niet zo het idee bij deze vakantie: we gaan voor een zonnige zorgeloze zeiltrip. De Channel Islands met Guernsey, Jersey, Sark en Herm zijn de plekken die als te halen bestemmingen op ons netvlies staan. Maar goed, dan moet het weer een beetje meewerken en dat hebben we -gelukkig- niet in de hand.

'We', dat zijn deze trip niet alleen Ermi en ik op de Brandaen. We zijn samen met Gea en Hans met hun zeilboot eaSea en Micheline en Hans met de Seventy-7. Drie boten, drie stellen, drie mannen, drie vrouwen. Ieder een eigen plek en daar verantwoordelijk voor. En gezamenlijk veel gezelligheid en plezier.
We kennen elkaar al een tijdje. Zo'n dertig jaar. Toen waren we allemaal lid van dezelfde duikvereniging Lima Scabra, doken we week in week uit in de Grevelingen en de Oosterschelde en ontstond een mooie vriendengroep waarvan we tot de dag van vandaag allemaal met plezier in deelnemen. Niet al die onderwatersporters werden bovenwatersporters met een zeilboot. Alleen deze drie stellen. Inmiddels allemaal in dezelfde Zeeuwse jachthaven. En nu voor de zoveelste keer samen onderweg.

Eergisteren maakten we los in Den Osse. De afspraak was om half negen te vertrekken. Alleen, het regende dat het goot vanaf dat het licht werd. Dus wij bleven nog even lekker warm liggen. Om ons heen was de haven in alle rust. Of toch niet... hoor ik daar een motor rustig lopen? Even kijken, shit daar komt de eaSea zachtjes achteruit haar box uit. Dan moeten we er dus ook uit, in die nattigheid. Ok, eigenlijk ook wel goed. Zeilgoed aan, motor gestart, 220V niet vergeten los te maken en off-we-go. De Grevelingen op, Grevelingensluis door, tegen de wind de Oosterschelde op, vlot de Zandkreeksluis door en over een knobbelig Veerse Meer. Einde van de middag meren we af midden in Middelburg. Lekker samen eten, wijntje erbij en tot slot een lekkere whisky.

Nieuw, de 'blauwe golf'
Gisteren met de 'blauwe golf' heel vlot door het Kanaal door Walcheren, nog nooit zo snel gegaan. Hulde. En dan de Westerschelde op, koers Oostende. Eerst een wat olie-achting zee met heel weinig wind en stevige stroom tegen. De stroom neemt af, keer en gaat meelopen. Het kleine beetje wind dat er is staat pal tegen. Een rustige tocht om mee te beginnen dus en rond half acht liggen we vast in Oostende. Op de rustige zee heeft Micheline al haar best gedaan voor een heerlijke gezamenlijke rijsttafel. Echt lekker.

Bijschrift toevoegen


vrijdag 22 augustus 2014

Sailing yacht Brandaen, out

Brandaen ligt weer in haar box bij WSV Den Osse. Terug na negen weken onderweg te zijn geweest. De tijd is omgevlogen. We hebben veel gezien en beleefd. Nu poetsen, opruimen, vuile was sorteren en terug naar huis.

Terug op de Grevelingen, ons heerlijke thuiszeilwater
Vanuit Middelburg zijn we met afwisselend zon en wolken in een rustig tempo via het Veerse Meer, de Zandkreeksluis en de Oosterschelde naar Bruinisse gevaren. Met z’n drieën, de eaSea, de Seventy-7 en de Brandaen. Af en toe zeilend, af en toe motorzeilend. De sluizen gaan redelijk snel. Dan na de sluis van Bruinisse zijn we weer op de Grevelingen. Ons thuiswater en zoals altijd heerlijk zeilwater. De wind is zuidwest, wij varen noordwest. Het water is vlak en het zeilt als een speer. Bij Bommenede extra wind, zoals heel vaak, en dan de hoek om naar Den Osse. Om half zeven varen we tussen de havenlichten door en een paar minuten later liggen we met onze vaste landvasten weer stevig en vertrouwd in onze box. Het voelt goed hier weer te zijn.

‘s-Ochtends is het tijd voor de grote schoonmaak. We beginnen met de buitenkant. Teakdek schrobben met groene zeep, goed afspoelen. De landvasten spoelen met zoet water zodat ze weer soepel worden. Met een oude tandenborstel het vuil uit allerlei spleetjes en gaatjes peuteren. Dan natuurlijk koffie en het vervolg van de grote opruiming binnenin. Vuile was in vuilniszakken, uitgelezen boeken bij elkaar, iPads in de rugzak. Het begint er weer opgeruimd en fris uit te zien.

We draaien de Brandaen in haar box, de laatste meters van een fijne reis
We zijn het er samen over eens dat we terugzien op een plezierige en lange vakantie samen. We hebben ons geen minuut verveeld en samen een fijne tijd gehad. Het zeilen ging over het algemeen rustig met weinig moeilijke of vervelende omstandigheden. Bij het vertrek van de Farne Isles was het zeilen lastig. Toen het visnet in de schroef op een rollende zee en met afgaand water was het een juiste beslissing om de hulp van de RNLI in te roepen. En het meest oncomfortabel was de oversteek vanuit Dover naar Oostende. Die oversteek van de ene naar de andere kant hebben we al vaker gemaakt en die was ook al vaker zo oncomfortabel. De laatste weken hadden we plezierig gezelschap van onze vrienden. Drie boten, samen opvarend, gezelligheid bij iedere aankomst met een borrel in de kuip en samen eten en toch voor ieder voldoende privacy. Een heel fijne week aan de zuidkust toen Rutger en Sophie er waren.
We hebben gezien en kunnen doen wat we ons hadden voorgenomen. Een rondje Engeland. Mooie havens aan de oostkust. De vogels op Farne, Edinburgh, mooie vriendelijke stad. Een lange tocht om de noordoostelijke kaap Rattray Head boven Peterhead. Inverness en van daaruit met de auto naar de Schotse highlands. Echt een van de hoogtepunten! De sluizen van het Caledonisch kanaal, Loch Ness waar we eerder fietsten en nu op varen. Oban met een natte wandeling over het eilandje Kerrera met z’n varens en Schotse Hooglanders. Topsnelheden in Dorus Mor (op Youtube al naar de Great Race in de Gulf of Corryvreckan gekeken?). Door het Crinan Canal met opnieuw sluizen. Handbediend door onszelf. Langs de Mull of Kintyre en over naar Ierland. Belfast met zijn muurschilderingen en hoge hekken. Dan Dublin met zijn leuke pubs met live muziek. De Ierse Zee, een visnet en dan in sleep naar St. Ives. Falmouth en de Zuid-Engelse rivieren, erg mooi. Het weerzien met Hans, Micheline en Annabel in Weymouth, Beaulieu River tijdens de storm en de komst van Rutger en Sophie. Verdere uitbreiding met Hans, Gea en Ruben in Eastbourne. En dan de laatste etappes naar huis toe, met wind in de rug. Net iets te veel wind, maar we zijn er. Iets ongemak, geen ongelukken.

Met ruim 1.700 mijl in 62 dagen bracht SY Brandaen ons rond Engeland
SY Brandaen heeft zich kranig gehouden. Stevig schip waar we terecht op kunnen vertrouwen. Zij bracht ons op al die mooie plekken en ook weer thuis. Bedankt.


Sailing yacht Brandaen, out!

woensdag 20 augustus 2014

In de achtbaan de Noordzee over

Hoteldebotelend zijn we van Dover naar Oostende gerold. Mooier kan ik het niet maken. In Dover hebben we een dag extra gewacht en daarmee de ergste wind aan ons voorbij laten gaan. Wat er van de wind overbleef was nog steeds meer dan genoeg om ons een onaangename oversteek te bezorgen.

Half vijf trossen los! 's-Avonds maken we die afspraak en zetten de wekker. 's-Ochtends lijkt dat veel vroeger. Omdat je weet dat je vroeg moet vertrekken... slaap je de hele nacht nauwelijks. Ik lig dan maar op de wekker te wachten. Vlak voordat die afgaat val ik dan in slaap en wordt een paar minuten later ruw gewekt. Buiten is het nog donker, op de neonverlichting rondom de haven na. Aan stuurboord naast ons ligt de eaSea van de ene Hans en Gea, aan bakboord de Seventy-7 van de andere Hans en Micheline. Allemaal zware zeilpakken aan met daaronder lang ondergoed en nog een heleboel laagjes kleding meer. Uit ervaring weten we dat het fris is zo vroeg op zee. Ook midden in de zomer. Iedereen zijn reddingsvest aan, oke, dan gaan we. Port Control geeft toestemming de haven te verlaten. Dat doen we, in colonne. In de voorhaven de kop in de wind en het grootzeil eruit. Hier is het rustig.

Buiten is het heel anders. Direct staat er zo'n twintig knopen wind uit west tot noordwest. Het eerste stukje de hoek om richting Ramsgate is dat goed. We hebben stroom mee (daarom moesten we zo vroeg uit de veren) en het gaat hard. Meest over de acht knopen. Bij de oostingang van Dover nog even tussen de continue stroom veerboten door laveren en dan richting shippinglane. Die 'autosnelweg' voor zeeschepen moeten wij haaks oversteken en dat betekent een graad of veertig afvallen en de wind recht van achter. Dat is een nogal onplezierige koers. We rollen alle kanten op, laten twee vrachtschepen voorgaan en hobbelen dan de zuidwestgaande lane over. Zo'n baan is een mijl of vier breed. Alle ruimte zou je zeggen, maar die grote jongens gaan hard en varen over de volle breedte van de lane. Het enige wat je zeker weet dat ze in deze lane van bakboord komen. Op de AIS kunnen we precies zien wie er aan komt en waar en over hoeveel tijd hij ons passeert.
Dan zijn we in de 'middenberm' en loeven weer wat op voor een betere koers. De ene Hans doet dat ook, de ander gaat rechtdoor. Die zien we pas weer in Oostende.

In de shippinglane varen grote snelle jongens
Intussen is de wind zeker niet minder geworden. Regelmatig geeft de meter vijfentwintig knopen aan, met een enkele uitschieter naar dertig. En steeds achterlijk. Geen van beiden worden we er zeeziek van, maar aangenaam is anders. Vijfenzestig mijl, ofwel honderdtwintig kilometer, is dan een heel eind.
Nadat we de shippinglanes gepasseerd zijn overleggen we via de VHF en besluiten noordelijk van de zandbanken te varen. Dat is iets om ten opzichte van er tussendoor, maar bij deze wind en golfslag lijkt ons dat een stuk veiliger en comfortabeler. Toch komt er af en toe een extra hoge golf van opzij die ons een enorme zwieper geeft waarbij we alle kanten op rollen. Gelukkig zonder dat we er blauwe plekken aan overhouden. De andere Hans is minder gelukkig en houdt er voor een paar dagen een zeer been aan over.

Op de AIS zien we op een gegeven moment aan de Franse kant van de shippinglane de Pietertje 2 varen van Hilco en Pien, ook uit Den Osse. Zij gaan erg hard. Op hun website hebben we kunnen volgen dat zij dit jaar de zuidkant van Bretagne hebben bezeild. Ons rondje UK is mede gebaseerd op hun rondje in 2008 waarover we op hun website veel hebben gelezen. Zij gingen destijds met de klok mee, wij er tegenin. Volgens hun koers stevenen zij vandaag af op Vlissingen of de Roompot.

Napraten in de haven, en genieten van de mooie lucht
Parallel aan de shippinglane varend hebben we de wind nog enigszins schuin in en dat is comfortabeler dan recht van achter. Om dat zo te houden stel ik de voor ons varende Hans (van de Seventy-7) voor om op deze koers door te gaan naar Zeebrugge. Zijn antwoord is klip en klaar: 'Ik ben helemaal klaar met deze zee, ik ga rechtstreeks naar Oostende'. Geen goed argument natuurlijk, maar ik voel met hem mee en we sturen naar Oostende. Nog een dikke vijftien mijl...
Langzaam komt de bebouwing boven de horizon uit. Eerst de grote zwarte toren, dan de flats en langzaam ook de haveningang met de nieuwe dammen. Net iets meer dan tien uur na vertrek uit Dover varen we daar met stevige golven tussendoor, we worden als het ware naar binnen gespoeld. Zeilen naar beneden, fenders uit, lijnen klaar want om de hoek is direct de jachthaven. Daar liggen Hans en Micheline met hun Seventy-7 al tegen de kade. Wij er tegenaan, motor uit. Rust.
Even later komt de andere Hans binnen. Hij heeft de hele overtocht gezeild, terwijl wij het laatste stuk de motor hadden bijstaan. 's-Avonds borrelen, chili con carne met z'n allen, stevig nakaarten en dan vroeg naar bed.

Voor Zeebrugge, altijd een onrustige zee
Het laatste gastenvlaggetje gaat uit het stuurboordwant
Vandaag met stroom mee van Oostende naar Middelburg. Weer vroeg op, maar niet zo vroeg als gisteren. Net als ik de marina uitvaar zet de havendienst de lichten op rood. En houdt ze op rood voor ongeveer vijf kwartier. Er komt een groot cruiseschip binnenvaren, de Voyager, en daar moeten we op wachten. Ik zie hem op de AIS nog een aantal mijlen voor de haven varen. Denk dan: daar kan ik nog wel voor langs. Maar de havendienst is natuurlijk en terecht onverbiddelijk: wachten. Tegen de tijd dat we mogen, ligt de hele kom vol Nederlandse zeilboten die allemaal met de stroom mee richting Zeeland willen. Een uittocht in de havenmonding. Op zee is het ontzettend rustig vergeleken met gisteren. Er staat nog een flinke golfslag van de uitdeinende zee, maar oncomfortabel is het zeker niet. Weinig wind, stroom mee, genua op, motor zachtjes bij. In een paar uur zijn we voorbij de uitgebouwde zeehaven van Zeebrugge en dan is met het goede zicht Vlissingen in de verte al te zien.
Voor Vlissingen is het altijd lekker druk met grote scheepvaart die alle richtingen op vaart. Van en naar Antwerpen, richting Zeebrugge en via de Sardijngeul richting Rotterdam. Goed opletten, maar ook wel interessant varen en alles volgen. Wij parallel aan het hoofdvaarwater daar nog een beetje tussendoor. Ik meld me aan bij Centrale Vlissingen, de mevrouw van de Centrale ziet waar we varen en dankt voor de oproep. Door naar de sluis die toegang geeft tot het Kanaal door Walcheren. Even later zijn we geschut en zijn we echt weer in Nederland. Ons rondje Engeland zit er op. Alleen het staartje in eigen land nog.

Groot en wat kleiner, het past allemaal op het water
In Middelburg vinden we een rustig plekje na de brug. Pannenkoeken. Morgen door naar Den Osse.

maandag 18 augustus 2014

Een dag voor mezelf en de Brandaen


Het is wat stil aan boord van de Brandaen. Rutger en zijn lieve vriendin Sophie zijn met de veerboot vanuit Dover weer naar Duinkerken vertrokken. Bijna een week lang logeerden zij aan boord. Vorige week zondag stonden ze plotseling op de steiger, als aangename verrassing. Als wij overdag zeilden, trokken zij er met de auto op uit. En ’s-avonds waren ze aan boord en deelden in de pret en gezelligheid. Hert was een fijne week. Nu zijn ze weer terug in Nederland. Daardoor is het hier wat stil.

Sophie heeft heerlijke chocoladetaart gebakken voor mijn 
verjaardag. Smullen
De Brandaen is volgens de specificatie gebouwd voor een langdurig verblijf van twee stellen aan boord. Met voldoende comfort en privacy. Rutger en Sophie hadden de voorkajuit. Die heeft een tweepersoons bed waarin je voeten bij die van de ander liggen. Verder is het bij het hoofdeinde gewoon bijna twee meter breed. Comfortabel dus, voor een stel. In de voorkajuit is verder aan stuurboord een grote hangkast (daar heb ik de e-bike hangen) en aan bakboord een wastafel met boven- en onderkast. Onder het bed is ruimte om zeilen op te bergen. Normaliter ligt daar de gennaker die vanuit het voorluik wordt gehesen. Daar weer voor staat in een aparte ruimte de accu van de boegschroef en daar weer voor is de ankerbak met een heleboel meters ankerketting. 
Dat deel was dus afgelopen week het domein van zoonlief en zijn Sophie. 

Midden in de boot is de kajuit met centraal daarin de doorgestoken mast. Soms wat onhandig want als er bezoek is moet je steeds om die paal heen kijken om elkaar te zien. Rond de mast is de kajuittafel met een bijna rondzit. Daar tegenover aan stuurboord twee fauteuils. Onder één van die fauteuils zit de voorraad reserveonderdelen, onder de andere een van de twee drinkwatertanks. Bij elkaar ruimte voor vierhonderd liter water. Wij gebruiken eigenlijk altijd maar een tank. Dan ververst het water sneller en dat vinden we prettiger. Aan stuur- en bakboord zijn in de kajuit diepe kasten. Zowel achter de banken als daarboven. Daar kan een massa proviand in. En toch moeten we nu steeds vaker naar de winkel om zaken aan te vullen. Dan is er in de kajuit verder aan stuurboord de kaartentafel met gps, marifoon en radar. En aan bakboord de kombuis. Weggewerkt in de voorkant van de kaartentafel en de voorkant van de kombuis zitten twee dieseltanks. Samen goed voor zo’n driehonderd liter. In de kombuis een dubbele wasbak, een koel/vrieskist en een cardanisch opgehangen driepits fornuis met gasoven. Achter de kaartentafel zit de deur naar de badkamer. Met daarin een vacuümtoilet, een wastafel met kastjes en een douche. Heerlijk om zo nu en dan aan boord te douchen en na afloop zowel jezelf als de badkamer weer helemaal fris en schoon te hebben. Achter het toilet is een ruimte met daarin de dieselkachel en al mijn gereedschap. Volgens Ermi neem ik altijd teveel mee, maar ik vind toch ‘beter mee verlegen dan om verlegen’.

Bij Hans van de eaSea in de kajuit, ook een Van de Stadt
Achter de kombuis is de deur naar de achterkajuit. Daar slapen wij. Een lekker groot bed, vergelijkbaar met thuis. Een groot luik recht boven mijn hoofd kan bij warm weer wagenwijd open. Verder een hang- en legkast met onderin de boiler en daarboven een elektrisch oventje (perfect om broodjes af te bakken). Nog verder naar achter zijn er twee bakskisten. Een grote aan stuurboord voor lijnen, reddingsvlot, fenders en reservediesel. En een achterin over de volle breedte. Daar staan de fietsjes en liggen de rubberboot en het reserve-anker. Oja, en ook nog een bun voor de twee gasflessen. Helemaal achterop is een klein zwemplatform met, jazeker nog een douche met warm en koud water. Lekker om af te spoelen na het zwemmen of ’s-ochtends vroeg wakker te worden als je geen zin hebt in de vaak niet zo schone havendouche.
Nou dat is dan de Brandaen. Een geruststelling wellicht voor wie dacht dat wij al deze weken Spartaans hebben gewoond en geleefd. Dat is dus niet zo.


Mooie vergezichten hier bij South Foreland
Vandaag is Ermi met de anderen naar een van de vele parktuinen hier in Kent. Mij trekt dat niet zo, dus heb ik de e-bike uit de hangkast gehaald, de accu opgeladen en ben gaan e-fietsen richting Ramsgate. Eerst bij Dover Castle de berg op. Daar hadden zowel ik als de e-bike het toch nog even zwaar mee. Eenmaal boven gaat het gemakkelijker en tussen de graanvelden door fiets ik naar St. Margarets at Cliffe. Daar lees ik op een informatiepaneel dat deze plaats het dichtst bij het Franse vasteland ligt, dichter nog dan Dover. Achttien mijl. Ik zie bij dit weer ook duidelijk de overkant.

Ik volg het klifpad dat eigenlijk voor wandelaars is en op verschillende plaatsen maar een paar meter van de klifrand loopt. Zonder hekken; meteen daarna gaat het meer dan vijftig meter recht naar beneden. Langs de kliffen kom ik bij Kingsdown, dan Walmer met Walmer Castle langs het water en dan ben ik in Deal. Dit stuk tussen Dover en Ramsgate heb ik niet eerder bezocht. Het is een landelijke omgeving met mooie vergezichten over het water. Zeker nu de zon pleksgewijze door de bewolking schijnt en een mooi vlekkenpatroon op het water tekent dat van bovenaf goed te zien is.


Schitterende, aanlokkelijke uithangborden. Ik kan de 
verleiding niet weerstaan
In Deal eet ik mijn eerste pizza van deze reis. Met salami. Heerlijk, maar wel net iets te groot. Op mijn gemak fiets ik langs het water terug. Ben benieuwd hoe Ermi de tuinen vindt. Dat zal ik straks wel horen.
In St. Margarets at Cliffe besluit ik mezelf in The Red Lion op een ‘half pint of lager’ te trakteren. In het zonnetje. Daarna de laatste loodjes. Ik heb verschillende stukken zonder de e van e-bike gefietst, bang als ik was dat de accu te vroeg leeg zou zijn. Ofwel vlak vóór de laatste klim. Nu gebruik ik hem echter wel en met weinig inspanning zoef ik de laatste stukken omhoog. Dan een lange afdaling rond Dover Castle en plotseling sta ik weer midden in Dover. De accu is nog niet leeg. Een geweldige uitvinding zo’n e-bike, zeker als je de aanvankelijke schroom en gêne hebt overwonnen.

Als het weer het toelaat steken we morgen over naar het vasteland. Dat geeft het gevoel dat er een einde komt aan ons rondje UK.

zondag 17 augustus 2014

The white cliffs of Dover, en Kip Tandoori

Internet, o internet. Waar zijn we tegenwoordig zonder www? Nu weer wat bereik, met moeite.

Het heuglijke feit van mijn zoveelste verjaardag vieren we met z’n tienen in de jachtclub van Dover; The Royal Cinque Ports Yacht Club. Een hele mondvol. De club is gevestigd in een statig gebouw aan de boulevard met breed uitzicht over de hele baai met links allemaal ferries en rechts de ingang naar de jachthaven. Altijd het gevoel van een beetje statige vergane glorie in die oude Engelse jachtclubs.
 
Een lange stevige en vermoeiende wandeling over de cliffs
Het is gezellig en iedereen praat met iedereen. Eerder op de dag hebben we met z’n allen een lange wandeling gemaakt over en langs de white cliffs of Dover. Dat liep een beetje uit de hand. Het viel al niet mee om vanuit Dover over de snelweg langs de kliffen te komen. Rennend de snelweg oversteken tussen zeer druk vrachtverkeer is eigenlijk niet aan te raden. Maar alles gaat goed en over een smal paadje met veel rommel en rotzooi langs de kant lopen we omhoog. Dan een trap af en een brug over de spoorlijn over. Weer een trap en dan staan we op een grindstrand. Voor ons de kabbelende zee en achter ons de hoge witte kalkrotsen. Vanaf hier kunnen we onderlangs niet verder, dus vervolgens weer de omgekeerde route omhoog. Steeds verder gaan we langs de kliffen, af en toe in een sprintje ‘wie het eerst boven is’. Mooie vergezichten levert het wel op, en bezwete lijven en ook nog mooie foto’s. Op de terugweg steken we de snelweg legaal over, via een loopbrug. Dan slingert de route achterlangs richting Dover. We verzeilen in een oude fortificatie. En in de Grand Shaft, een ingenieuze koker die in de krijtrots is uitgehakt met daaromheen ook uitgehakt drie trappen als spiralen er omheen. Wij natuurlijk die trappen af in de veronderstelling dat we dan in Dover op straat uitkomen. Dat is ook zo, alleen… tussen ons en de straat staat nog een groot stalen hek met een giga-slot erop. Daar komen we niet doorheen. Helaas er zit niets anders op dan de bijna vijftig meter weer omhoog te klauteren. Men een flinke omweg belanden we weer in de marina. En die hele wandeling (ergens in de buurt van vijftien kilometer?) allemaal alleen op de heerlijke chocoladetaart die Sophie heeft gebakken.


Het blijft mooie plaatjes opleveren, vind ik
We zijn in Dover beland na een mooie zeiltocht vanuit Eastbourne. Daar begon op vrijdagochtend de uittocht van de Nederlanders. Met tien zeilschepen lagen we in het kleine sluisje. Wij helemaal achterin gepropt, bijna met het roerblad op de cill. Het is erg laagwater waardoor in het aanloopkanaal nog een van de zeilboten vastloopt in de modder. Eenmaal buiten gaat wat buiten de drukte de zeilen omhoog. Ruime wind, tamelijk noordwest, dus vanaf het land. De zee is daardoor rustig en ik besluit voor het eerst deze reis de genaker te zetten. Dat is een groot zeil dat in een slurf wordt gehesen. Als de slurf vervolgens omhoog wordt getrokken, ontrolt zich een grote lap zeil. Bij deze windrichting en -sterkte en zo’n rustige zee is het een genot om daarmee te varen. We schieten er als een speer vandoor en blijven - voor het eerst- de andere boten voor.
Voor Dungeness doemen er al zwarte wolken op. Grotendeels achter ons, maar wel erg zwart. Genaker ingehaald en op grootzeil en genua verder. Bij de kaap wordt de zee hobbelig. En het begint te stinken. Niet zo’n klein beetje ook. Onwillekeurig kijken we of er soms nog iets van een hond onder onze schoenen kleeft. Dat blijkt niet het geval en twee dagen later horen we dat er juist die dag veel mest op het land is uitgereden…
Voorbij Dungeness valt de wind even helemaal weg. Nog zwarter wordt het en dan stort er een hele pittige bui hard naar beneden. Het water slaat plat. En de wind ruimt in een keer naar noordnoordwest. Scherp aan de wind gaat het verder naar Dover, waar we direct permissie van Port Control krijgen om binnen te varen. Even later liggen we vast, ruimen we de boel op en dan is het tijd voor een biertje.

Oud chique
Afijn, dat was de tocht van Eastbourne naar Dover. Nu dus vanwege het heuglijke feit in de jachtclub en dan door om iets te eten. Dat is nog een heel gedoe. De een wil fish&chips, de ander luxer. Bij de volgende is de hele tent vol en passen wij er niet meer bij. Uiteindelijk belanden we bij de Tandoori Cinnamon Island. Snel vergeten die naam, dat is het beste. Er blijkt in de kelder nog plek voor een groep van tien… En inderdaad, in het souterrain wordt snel met kleine tafeltjes geschoven en dan ontstaat er een lange tafel. De bestellingen uitzoeken is een kunst op zich. Geen van ons komt uit de termen die in de menukaart worden gebezigd, terwijl we toch een paar bereisde vrienden in ons midden hebben. Dan maar op de gok en op nummer. Wij kiezen een nummer 28, een 30, een maal 104 en dan nog rijst met paddenstoelen en knoflook, nummer 96. 
Wachten, wachten, wachten
Tja en dan begint het wachten. Achter ons heeft een groepje van drie er genoeg van en vertrekt na het voorgerecht. Een boel discussie bij de trap naar boven en dan zijn ze weg. Naast ons is een echtpaar neergestreken dat we ook al in de jachtclub zagen. Ze blijken de eigenaren van een marina annex scheepswerf in Sandwich, een mijl of vijftien noordelijker bij Ramsgate. We raken gezellig aan de praat. Hen wacht dezelfde behandeling als ons. Hun bestelling wordt opgenomen en dan is ook voor hen: wachten. Langzaamaan worden we gezamenlijk baloriger. Al met al is het samen met onze buurtjes nog best gezellig. Na wat uren lijkt komt de ober met handen vol de trap af. Een keur van gerechten en gerechtjes wordt aangevoerd en onder het roepen van de Indiase namen van de gerechten probeert hij ze te verdelen. Helaas, die namen zeggen ons niks meer en … de nummers zeggen de ober niks. Dus na lang wachten wordt het één grote chaos. Niet iedereen kan er evenveel van genieten en het is ook niet ‘restaurant-waardig’. Wel een avond om niet snel te vergeten.
Terug aan boord bakt Rutger nog een lekkere hamburger, zijn maag knort nog. Dan nog een gezamenlijk afzakkertje en iedereen gaat te kooi. Tjongejonge, Cinnamon Island!

Hier ben ik het dus niet mee eens. Het is hem niet gelukt de 
verwachting waar te maken