zondag 17 augustus 2014

The white cliffs of Dover, en Kip Tandoori

Internet, o internet. Waar zijn we tegenwoordig zonder www? Nu weer wat bereik, met moeite.

Het heuglijke feit van mijn zoveelste verjaardag vieren we met z’n tienen in de jachtclub van Dover; The Royal Cinque Ports Yacht Club. Een hele mondvol. De club is gevestigd in een statig gebouw aan de boulevard met breed uitzicht over de hele baai met links allemaal ferries en rechts de ingang naar de jachthaven. Altijd het gevoel van een beetje statige vergane glorie in die oude Engelse jachtclubs.
 
Een lange stevige en vermoeiende wandeling over de cliffs
Het is gezellig en iedereen praat met iedereen. Eerder op de dag hebben we met z’n allen een lange wandeling gemaakt over en langs de white cliffs of Dover. Dat liep een beetje uit de hand. Het viel al niet mee om vanuit Dover over de snelweg langs de kliffen te komen. Rennend de snelweg oversteken tussen zeer druk vrachtverkeer is eigenlijk niet aan te raden. Maar alles gaat goed en over een smal paadje met veel rommel en rotzooi langs de kant lopen we omhoog. Dan een trap af en een brug over de spoorlijn over. Weer een trap en dan staan we op een grindstrand. Voor ons de kabbelende zee en achter ons de hoge witte kalkrotsen. Vanaf hier kunnen we onderlangs niet verder, dus vervolgens weer de omgekeerde route omhoog. Steeds verder gaan we langs de kliffen, af en toe in een sprintje ‘wie het eerst boven is’. Mooie vergezichten levert het wel op, en bezwete lijven en ook nog mooie foto’s. Op de terugweg steken we de snelweg legaal over, via een loopbrug. Dan slingert de route achterlangs richting Dover. We verzeilen in een oude fortificatie. En in de Grand Shaft, een ingenieuze koker die in de krijtrots is uitgehakt met daaromheen ook uitgehakt drie trappen als spiralen er omheen. Wij natuurlijk die trappen af in de veronderstelling dat we dan in Dover op straat uitkomen. Dat is ook zo, alleen… tussen ons en de straat staat nog een groot stalen hek met een giga-slot erop. Daar komen we niet doorheen. Helaas er zit niets anders op dan de bijna vijftig meter weer omhoog te klauteren. Men een flinke omweg belanden we weer in de marina. En die hele wandeling (ergens in de buurt van vijftien kilometer?) allemaal alleen op de heerlijke chocoladetaart die Sophie heeft gebakken.


Het blijft mooie plaatjes opleveren, vind ik
We zijn in Dover beland na een mooie zeiltocht vanuit Eastbourne. Daar begon op vrijdagochtend de uittocht van de Nederlanders. Met tien zeilschepen lagen we in het kleine sluisje. Wij helemaal achterin gepropt, bijna met het roerblad op de cill. Het is erg laagwater waardoor in het aanloopkanaal nog een van de zeilboten vastloopt in de modder. Eenmaal buiten gaat wat buiten de drukte de zeilen omhoog. Ruime wind, tamelijk noordwest, dus vanaf het land. De zee is daardoor rustig en ik besluit voor het eerst deze reis de genaker te zetten. Dat is een groot zeil dat in een slurf wordt gehesen. Als de slurf vervolgens omhoog wordt getrokken, ontrolt zich een grote lap zeil. Bij deze windrichting en -sterkte en zo’n rustige zee is het een genot om daarmee te varen. We schieten er als een speer vandoor en blijven - voor het eerst- de andere boten voor.
Voor Dungeness doemen er al zwarte wolken op. Grotendeels achter ons, maar wel erg zwart. Genaker ingehaald en op grootzeil en genua verder. Bij de kaap wordt de zee hobbelig. En het begint te stinken. Niet zo’n klein beetje ook. Onwillekeurig kijken we of er soms nog iets van een hond onder onze schoenen kleeft. Dat blijkt niet het geval en twee dagen later horen we dat er juist die dag veel mest op het land is uitgereden…
Voorbij Dungeness valt de wind even helemaal weg. Nog zwarter wordt het en dan stort er een hele pittige bui hard naar beneden. Het water slaat plat. En de wind ruimt in een keer naar noordnoordwest. Scherp aan de wind gaat het verder naar Dover, waar we direct permissie van Port Control krijgen om binnen te varen. Even later liggen we vast, ruimen we de boel op en dan is het tijd voor een biertje.

Oud chique
Afijn, dat was de tocht van Eastbourne naar Dover. Nu dus vanwege het heuglijke feit in de jachtclub en dan door om iets te eten. Dat is nog een heel gedoe. De een wil fish&chips, de ander luxer. Bij de volgende is de hele tent vol en passen wij er niet meer bij. Uiteindelijk belanden we bij de Tandoori Cinnamon Island. Snel vergeten die naam, dat is het beste. Er blijkt in de kelder nog plek voor een groep van tien… En inderdaad, in het souterrain wordt snel met kleine tafeltjes geschoven en dan ontstaat er een lange tafel. De bestellingen uitzoeken is een kunst op zich. Geen van ons komt uit de termen die in de menukaart worden gebezigd, terwijl we toch een paar bereisde vrienden in ons midden hebben. Dan maar op de gok en op nummer. Wij kiezen een nummer 28, een 30, een maal 104 en dan nog rijst met paddenstoelen en knoflook, nummer 96. 
Wachten, wachten, wachten
Tja en dan begint het wachten. Achter ons heeft een groepje van drie er genoeg van en vertrekt na het voorgerecht. Een boel discussie bij de trap naar boven en dan zijn ze weg. Naast ons is een echtpaar neergestreken dat we ook al in de jachtclub zagen. Ze blijken de eigenaren van een marina annex scheepswerf in Sandwich, een mijl of vijftien noordelijker bij Ramsgate. We raken gezellig aan de praat. Hen wacht dezelfde behandeling als ons. Hun bestelling wordt opgenomen en dan is ook voor hen: wachten. Langzaamaan worden we gezamenlijk baloriger. Al met al is het samen met onze buurtjes nog best gezellig. Na wat uren lijkt komt de ober met handen vol de trap af. Een keur van gerechten en gerechtjes wordt aangevoerd en onder het roepen van de Indiase namen van de gerechten probeert hij ze te verdelen. Helaas, die namen zeggen ons niks meer en … de nummers zeggen de ober niks. Dus na lang wachten wordt het één grote chaos. Niet iedereen kan er evenveel van genieten en het is ook niet ‘restaurant-waardig’. Wel een avond om niet snel te vergeten.
Terug aan boord bakt Rutger nog een lekkere hamburger, zijn maag knort nog. Dan nog een gezamenlijk afzakkertje en iedereen gaat te kooi. Tjongejonge, Cinnamon Island!

Hier ben ik het dus niet mee eens. Het is hem niet gelukt de 
verwachting waar te maken


Geen opmerkingen:

Een reactie posten