Op de rivier was de dinghy ons vervoermiddel. Big smile |
Op de Solent met stroom mee schiet het lekker op. Twee tot
drie knopen sneller dan de bootsnelheid. Ik herinner me de keer dat we vanuit
Lymington ‘even’ bij The Needles gingen kijken. Met stroom mee waren we er zo,
maar toen weer terug tegen de stroom in. Dat had ik niet goed berekend,
herinner ik me nog goed. Tergend langzaam ging het toen richting Cowes. Wel hadden
we toen alle tijd om een reddingsoefening van de Royal Navy met een grote helikopter
vlak boven een zeilboot van dichtbij gade te slaan.
Eenmaal wakker is het 's-ochtends prachtig zeilen |
Om half vijf gaat de wekker. Buiten is het nog donker. Aan de overkant van het water in Portmouth knipperen overal lichtjes en de Spinnaker Tower staat helemaal in het licht. Mooi. We motoren de marina uit en direct om de hoek in de nauwe doorgang gaan we al meer dan tien knopen. Het water kolkt naar buiten. Verderop de zeilen op en genieten van een prachtige zonsopgang. We zeilen naar het oosten, recht de zon tegemoet.
Net onder Selsy Bill, de uitstekende landtong tussen de Solent en Brighton, ligt een smalle doorvaart. Een rode en een groene ton markeren het gaatje waar nog voldoende water staat om zeiljachten door te laten. Vlak daarvoor komt een ander Nederlands jacht, de Prima Vera of zoiets, een beetje dwars aangedenderd, zonder acht te slaan op richting of voorrang. Geen goed zeemanschap van deze schipper!
Door het gaatje, dan iets oploeven en in een lange slag naar Brighton. Wij hebben de motor bij en al motorzeilend zijn we er in een paar uur. Bekend terrein. We liggen voorin, net achter de breakwater, en zien de zeilboten een voor een binnen komen. Langzaam wordt het laag water, stroom de haven leeg en wordt ook het passantendeel ondieper. Totdat de laatste schepen vastlopen in de modder en met lange lijnen op de naar de wal getrokken moeten worden. Ondanks de breakwater rolt het alle kanten op en we zijn dan ook blij dat we van de wind af tegen de steiger liggen. Toch wat rustiger.
Met Rutger en Sophie wandelen langs de boulevard naar het centrum. Een leuke wandeling, bij de monumentale pier steken we over en zijn direct in het gezellige stadscentrum. Beetje rondslenteren, dan een heerlijk biertje in een mooie pub. Op de televisie komen alle brandhaarden van de wereld langs. Het is een lange rij, de wereld staat op teveel plekken in brand.
We dachten in Brighton onze vrienden Hans en Gea te treffen met hun zoon Ruben. Zij zijn met hun zeiljacht eaSea net een paar uur eerder vertrokken dan dat wij aankomen. Jammer, maar wel te begrijpen. Zij hebben hier tijdens de storm gelegen, vier dagen lang en waren het hier dus wel een beetje zat. Groot gelijk dat ze zodra het kon naar Eastbourne zijn vertrokken. Wij volgen ze een dag later. ’s-Avonds hebben we nog een buurman gekregen, een solozeilende Deen. Hij vraagt hoe laat we de volgende dag willen vertrekken. Rond acht uur, zeg ik, zonder over het tij en de stroom nagedacht te hebben. Geen probleem, zegt ie. En inderdaad, al voor half acht de volgende ochtend hoor ik hem bezig. Echter. Laag water is om half negen en hij ligt met zijn kiel in de modder. Wat hij ook probeert, meer dan een paar decimeter beweging zit er niet in. Wij ontbijten in het zonnetje in de kuip. Daarna helpen we de buurman met de nodige moeite op weg. Trossen los en dan zijn ook wij weer onderweg. De wind is zuidwest, onze koers is zuidoost, dus ruime wind, een heerlijke koers om lekker te zeilen. Voorbij de Seven Sisters en dan ronden we Beachy Head en komt de Sovereign Harbour van Eastbourne in zicht. Voor we de sluis in lopen horen we een schelle fluit op de kant; het welkom van onze vriend Hans. Even later liggen we met drie boten naast elkaar en genieten we van het hartelijke welkom.
Met onze neus in de boter: een vliegshow in Eastbourne |
Met z'n tienen in de kuip eten, best leuk |
s-Avonds valt er af en toe een bui. Met z’n tienen zitten
we hutje-mutje in de rondte in de kuip van de Brandaen. De helft onder de
buiskap, een paar onder een extra paraplu en een paar in de drup. Twee Cobb's
op de vingersteiger, gevuld met kippenboutjes en heerlijke worstjes. Lekkere
salade erbij. Heerlijk gegeten in een supergezellig kluitje. Koffie met
versgebakken brownies toe. Perfect.
Mooi. De Seventy-7 lijkt op de vlucht |
We besluiten door te gaan naar Dover. De wind en de stroom
zijn precies goed en voor een dag later is de voorspelling veel minder: weer
een stevige depressie met (te) veel wind. Om half tien dus door het sluisje en
dan in colonne richting Dover. Grootzeil op, Genua erbij. Even later Genua weer
weg en… gennaker op. Voor het eerst deze reis. Een heel gedoe om dat ding
vanuit het vooronder te hijsen. Een lap zeil, maar als hij eenmaal staat is het
wel mooi. In no-time lopen we zeven knopen over de grond en acht door het
water. De gennaker staat heel stabiel en we gaan als een speer. Bij Dungeness
moeten we oploeven en gaat de gennaker eraf. Achter ons stapelen donkere wolken
zich op en even later zitten we midden in een zware plensbui. De wind draait
verder door en zeilen we scherp aan de wind. In de verte doemen de krijtrotsen
van Dover al op. Achter ons blijven de wolken dreigen dat levert mooie plaatjes
op met een zwarte zee, een zwarte lucht, een streepje licht ertussen en daarin
de Seventy-7.
Het is jaren gelden dat we Dover hebben aangedaan. Een drukke haven met veel aankomen de en vertrekkende ferries. We roepen Port Control op en krijgen toestemming de haven binnen te varen en richting marina te gaan. We varen langs giga-cruiseschepen en dan gaan we rustig de marina in en even later liggen we vast. Aan bakboord komt de Seventy-7, aan stuurboord de eaSea. Borrelen en verse vis op de Cobb.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten