maandag 11 augustus 2014

Severe gale force nine

Een stevige depressie komt vanuit het westen naar Ierland en dan richting Noord-Engeland en Schotland. Tegelijk trekt een tweede depressie van Noord-Frankrijk naar de Noordzee en diept uit. Het zeeweerbericht maakt er elke drie uur melding van en de bijbehorende voorspellingen zijn voor het eerst deze reis niet florissant.

Met prima weer zeilen we van Poole via de smalle doorgang bij  Hurst Castle naar Yarmouth. In het gaatje stroomt het weer als een gek en gaan we tien knopen over de grond. Honderd meter voor ons zeilt de Ooste Winde, ook uit Den Osse. Achter ons de Seventy-7. Drie Ossenaren op een rij! De Ooste Winde draait bakboord uit naar Lymington, wij gaan voor Yarmouth waar we een rustige nacht aan de steiger liggen. Vlak bij de Still got the Blues, ook uit Den Osse. Dan door naar Beaulieu River, een heel mooie rivier en diep landinwaarts een prima beschutte plek om de storm af te wachten. Vanaf de Solent naar de rivier ligt er een bar, een zanddrempel die door het voortdurend langsstromende water bij de ingang wordt opgeworpen. Ervoor en erna is het diep, maar zo’n bar is letterlijk een barrière. Goed sturen en op het juiste moment passeren, is het devies. Altijd een beetje spannend. We zijn met stroom mee vertrokken, hoeven maar een klein stukje te varen, maar het laatste stukje hebben we alweer ruim twee knopen tegen.
In één keer midden in de bossen, heerlijk wandelen
De drempel over en dan slingeren we over veel rustiger water de rivier op en het binnenland in. Na de eerste bocht beginnen de moorings. Veel bezet maar ook nog genoeg lege ertussen. Wij gaan verder door, we willen verderop beschut tussen de bomen liggen. Een flink aantal kronkels verder bij Buckler’s Hard vinden we een mooie plek aan een drijven de ponton. Met water en met elektriciteit. Wat wil je nog meer?

Nu komt het water bij vlagen met bakken naar beneden en giert de wind rond de mast. We rollen niet te veel, de wind is tamelijk recht op kop. Alle fenders hebben we tussen het schip en de ponton opgehangen. Er kan weinig mis gaan. Buiten staat in elk geval al windkracht 8, vanmiddag neemt de wind nog verder toe. Voorlopig gaan we niet weg. Tijd voor het museum op Buckler’s Hard. Hier werden in de zeventiende en achttiende eeuw tientallen Engelse oorlogsschepen gebouwd. De rivier lag erg beschut en in de omgeving groeide prima eikenhout. Beaulieu River en het dorpje Beaulieu iets verderop liggen immers midden in het grote bos New Forest.

Typical English, thea with scones. Lovely!
Koffie op, zeilbroek aan, rubberbootje leeg gehoosd, fietsjes en wij erin en dan tuffen we met een slakkengangetje tegen de wind en de golven in naar de aanlegplaats voor dinghy’s. Het water klotst over de tubes van de rubberboot. De zeilbroeken houden onze spijkerbroeken droog. We klauteren op de steiger, zeilbroeken uit en dan fietsen we kwiek en droog naar het museum.



Buckler's Hard, twee rijen huisjes, een brede laan,
met uitzicht op de rivier
Het museum vertelt het verhaal van Buckler’s Hard en de scheepsbouw voor de Engelse oorlogsvloot. Deze plek heeft open toegang tot de beschutte Solent en ligt ver stroomopwaarts in het bos. Water en een overvloed aan bomen bij de hand. In het museum zie je aan de hand van tekening hoe bomen op hun vorm werden geselecteerd voor bepaalden onderdelen. Spanten, de kielbalk, het grootste deel werd al bepaald voordat de boom werd gekapt. Dan twee jaar drogen en daarna begon de verwerking. Grote aantallen scheepstimmerlieden en andere vakmensen werkten hier in dagloon. De oorlogsschepen werden min of meer als casco opgeleverd aan de Navy. Die zorgde vervolgens voor een ploeg die het schip te water liet en over de rivier en de Solent naar Portmouth versleepte. Daar vond de afbouw plaats en later werd daar ook de onderkant voorzien van koperen platen tegen aangroei en paalwormen. Beroemde of beruchte schepen van de vloot van admiraal Nelson werden hier gebouwd, inclusief zijn lievelingsschip de Agamemnon. Met onder andere dat schip versloeg Nelson de vloot van Napoleon Bonaparte en voorkwam daarmee dat Engeland in Franse handen viel.

Severe gale force nine volgt in het Kanaal in de loop van de middag. Bij ons is het gelukkig iets minder door alle beschutting. Eerst maar tegen de wind in fietsen we samen met Micheline en Hans richting Lymington. Bossen, hoge weggetjes en weilanden wisselen elkaar af. Een enkele auto of fiets komt ons tegemoet, verder overheerst de rust. De wind ruist door de bomen en boven ons schieten af en toe flinke wolken voor de verder overvloedige zon langs. Een mooi spel van licht en schaduw.  

Het New Forest is een bebost natuurgebied in de vorm van een driehoek, ik schat zo’n tweehonderd vierkante kilometer groot. Met daarin een heleboel dorpen en dorpjes, maar geen steden. Veel loofhout, maar ook coniferen, heide en rododendrons. Wij fietsen naar East Boldre, dan richting Norley Woods. Dan gaan we van de asfaltweg af en rijden helemaal over bospaadjes. De weg kwijt natuurlijk en drie keer in de rondte gefietst. Dat geeft niet, want het blijft hier gewoon mooi. Alle huizen hebben een zwaar wildrooster voor de inrit of een stevig hek. Dat is wel nodig ook, want overal lopen koeien en paarden los. We fietsen over het uitgestrekte landgoed van de graaf Lord Montagu. Ik vermoed dat hij zijn landgoed mede onderhoudt door deze koeien en paarden hier te laten lopen. Scheelt een heleboel onderhoud en levert nog wat op ook. Het is wel een beetje een vreemd gezicht om een stuk of zes paarden met veulens los op straat te zien staan. Gewoon omheen fietsen.

Om over na te denken. Pakkende tekst
Terwijl we hoog boven de Solent fietsen passeren we een breed weiland dat naar het water afloopt en uitzicht geeft op de witte schuimkoppen op het water. Vanaf hier zien we dat er een stevige zee staat. Het grasveld blijkt in de Tweede Wereldoorlog het vliegveld Forest Fields te zijn geweest. Twee start- en landingsbanen haaks op elkaar, meer dan duizend man personeel en een groot aantal vliegtuigen. Hier vandaan vertrokken grote aantallen vooral bommenwerpers om het Kanaal over te steken voor gevaarlijke missies. Op een eenvoudig monumentje staat een gedicht van ene Michael Renyard. Als ik dat tot me laat doordringen krijg ik kippenvel, ondanks het lekkere zonnetje.


Verdiend na zo'n fietstocht. Heerlijk koud Carling dit keer
Na een paar uur fietsen vinden we dat we wel een biertje hebben verdiend. Op Buckler’s Hard staat prominent The Master Builder’s House Hotel. In het eerste huis vanaf de waterkant woonde destijds de scheepsbouwmeester. Dat huis is nu een hotel en daar strijken we na onze fietstocht neer. Het is een wirwar van kleine kamertjes, allemaal leuk authentiek ingericht met beklede zetels en zware tafels. In no-time zitten we alle vier op internet, want dit is een van de weinig plekken in dit uitgestrekte bos waar we in kunnen loggen. Het password is heel toepasselijk henryadams, dat was de belangrijkste scheepsbouwmeester die jarenlang in dit huis woonde.

Hans en Mich in hun dinghy, het standaard vervoermiddel 
hier van de pontoon naar de wal
De zon schijnt nog steeds overvloedig en terug aan boord genieten we van thee met versgebakken koeken van Annabel. Daarna een heerlijke maaltijd op de Seventy-7, eendrachtig en in goede samenwerking bereid door alle andere bemanningsleden. Hulde!



1 opmerking:

  1. Veel plezier, leuke verhalen en een goede terug reis gewenst!
    Roel en Jacomine
    Puerto Montt

    BeantwoordenVerwijderen