Linksom of rechtsom, bij een rondje Engeland staan in alle
gevallen een flink aantal beroemde en beruchte kapen op het programma. Eerder al
passeerden we Rattray Head in het noordoosten, een paar dagen geleden Land’s
End en vandaag staat Portland Bill op het programma.
Portland Bill is zo’n beruchte kaap. Op de kaart vind je
hem zo’n beetje middenonder aan de Engelse zuidkust, links van Wight. Op de
kaart zie je de Bill dan liggen onder aan het puntje van de in zee stekende
landtong waarop ook Portland en iets hoger Weymouth liggen. Met links en rechts
ervan twee grote, halfronde baaien. In het westen Lyme Bay en in het oosten
Adamant Shoal. Volgens de pilot van het gebied en op de getijdenkaarten zie je
dat aan beide kanten van de landtong de stroming elk ongeveer negen uur lang
zuidgaand is. Dus links en rechts van de landtong stroomt het water naar het
zuiden, terwijl iets verder zuidelijk de hoofdstroom van het getij in het
kanaal oost-west is. De grote waterstromen uit beide baaien komen bij Portland
Bill bij elkaar, precies op een plek waar de onder water doorlopende rotsen
relatief ondiep zijn. En iets naar het oosten liggen dan ook nog de ondiepe Shambles. Al deze ingrediënten bij elkaar zorgen in de Bill voor op z’n
minst roerig water. De zuidgaande stromen botsen tegen elkaar en samen duiken
ze haaks in de grotere getijstroom in het kanaal. De stroomsnelheden lopen op
en gaan op bepaalde momenten boven de vijf knopen: The Race! Daar moet je in
elk geval niet tegenin willen zeilen of motoren. De pilot adviseert om een
afstand van vijf mijl uit de landtong aan te houden. De zuidgaande stromingen
zijn tot zes mijl op zee merkbaar. Een alternatief is om vlak, dat wil zeggen
een paar honderd meter, onder de kust door te varen Daar is een smal gaatje dat
met rustig weer bevaarbaar is.
Vissers kom je overal tegen en ze slingeren vaak alle
kanten op. Deze heeft zijn netten gelukkig nog
|
Wij vertrekken vanuit Brixham naar Weymouth. Daarvoor steken
we de Lyme Bay over, een tocht van zo’n veertig mijl voordat we bij Portland
Bill zijn. Bij vertrek horen we via de marifoon dat op onze route een visser
stuurloos ronddobbert en dat hij zijn visnetten heeft verloren. Hele lange drijven de visnetten. We verifiëren de positie van de netten nog een keer bij
de Coastguard, want we willen niet nog een keer ook zelf ronddobberen. De
oversteek gaat prima. Ruime wind, iets te weinig dus de motor rustig bij. We
nemen het zekere voor het onzekere, ook al is het rustig weer, en gaan met een
ruime boog om Portland Bill heen. We varen op een mijl of vier van het uiterste
puntje langs de landtong en vallen dan af richting East Shambles. Ondanks die
afstand merken we het effect van de Race. Kwamen de golven eerder tamelijk
constant stuurboord achter binnen, nu klotst het alle kanten op. En om ons heen
welt het water alsof het uit een sluis spuit. Een hele grote dan wel. We hebben
de stroom stevig mee en gaan tussen acht en negen knopen over de grond. Het
eerste stuk stond de stroom nog tegen, maar met de hulp van deze stroom zijn we
toch nog snel in Weymouth. Alles bij elkaar een mooie tocht van zo’n 55 mijl.
Eten, bijkletsen en drinken in de pub. We genieten |
In Weymouth dirigeert de harbourmaster ons naar een rijtje
schepen dat langs de kade is afgemeerd. We liggen als zesde in de rij!! We
hebben de hele reis nog niet tegen anderen gelegen, een keer in Oban
uitgezonderd. Nu komen we weer in het drukkere gebied met drukke jachthavens. Op
het moment dat we bij de aangewezen buurman vastmaken horen we vertrouwde
stemmen ons verwelkomen. Vlak voor ons liggen Micheline, Hans en Annabel met de
Seventy-7. We wisten dat we ze hier zouden ontmoeten, maar hadden ze niet pal voor
onze boeg verwacht. Het is een hartelijk weerzien met vertrouwde vrienden.
Drie jaar geleden hebben we samen de Engelse zuidkust en de Kanaaleilanden bezeild. Toen waren onze vrienden Hans en Gea bij ons aan boord. Nu zeilen ook zij ons tegemoet met hun eigen zeiljacht eaSea. Het wordt ongetwijfeld gezellig. In Weymouth zoeken we samen een pub in het gezellige oude centrum, drinken een biertje en gebruiken een barmeal. Alle tijd om bij te kletsen en dat doen we dan ook.
Drie jaar geleden hebben we samen de Engelse zuidkust en de Kanaaleilanden bezeild. Toen waren onze vrienden Hans en Gea bij ons aan boord. Nu zeilen ook zij ons tegemoet met hun eigen zeiljacht eaSea. Het wordt ongetwijfeld gezellig. In Weymouth zoeken we samen een pub in het gezellige oude centrum, drinken een biertje en gebruiken een barmeal. Alle tijd om bij te kletsen en dat doen we dan ook.
Lulworth Cove, een tot de verbeelding sprekende ankerplek |
Op mijn verlanglijstje voor dit rondje Engeland staat ook
ankeren in Lulworth Cove. De kaart die ik eerder noemde komt daarbij ook nog
even van pas. Lulworth Cove ligt een mijl of zeven oostelijk van Weymouth. Je
vaart dan langs een hoge krijtkust met daarboven weilanden met koeien en goudgeel
graan. Plotseling is er in die hoge kust een klein smal gaatje van zeventig
meter breed. Daarachter ligt Lulworth Cove: een rondje binnenbaai met rondom
steile rotsen en aan een kant een wat glooiender landschap. Alles bij elkaar
met een diameter van misschien tweehonderd meter. Een idyllisch plekje. Nadat
we de boordvoorraden hebben aangevuld vanuit de supermarkten van Weymouth,
varen we met een licht windje en in de volle zon de ampele mijlen naar de Cove.
We genieten van de rust op het bijna rimpelloze water. Het is dat we in de
verte een motorboot 'in de rotsen zien verdwijnen’, anders hadden we niet
geweten waar we Lulworth Cove hadden moeten zien. Nou ja, de allesziende GPS
wees ons natuurlijk de weg, maar dit speciale binnenmeertje herken je niet als
je een stuk op zee langs de kust vaart.
We varen rustig naar binnen. De Seventy-7 ligt er al; Hans
en Micheline zijn vanochtend om vijf uur meegegaan met de stroom zeilers die op
dat tijdstip met het tij mee vanuit Weymouth de Portland Bill ging ronden.
Alleen gingen zij naar het oosten en waren al heel vroeg in Lulworth Cove. Wij
ankeren naast hen, proberen beide schepen aan elkaar vast te knopen. Dat gaat
niet lekker: in- en uitstomende ribs maken steeds zoveel golfslag dat het een
wringende boel wordt. Dus ieder op eigen anker. Zwemboek aan en heerlijk
zwemmen. De temperatuur van het water is heerlijk en het is goed helder.
Gecontroleerd of de ankers goed liggen, toch altijd even checken…
Even richting zoeken en klauteren om daarna mooie
foto's te maken
|
Na de lunch brengt Ermi me met de bijboot naar de kant. Daar
is het een gezellige drukte van belang. Lulworth Cove is een populaire
bestemming voor dagjesmensen. Gewapend met fototoestel klauter ik omhoog om van
bovenaf foto’s te maken van de Cove en onze boten. Je zou zo zeggen dat het een
tropisch paradijs is.
Met het laatste stukje van de vloedstroom varen we aan het
einde van de middag naar Poole. We ronden St. Alban’s Head. Ook een beruchte
kaap, maar met de ervaring van Portland Bill durven we het aan om een stuk
dichter onder de kust te varen. Met nauwelijks wind en de motor zo’n beetje in
stationair varen we een paar knopen door het water en gaan we op bepaalde
momenten bijna tien knopen over de grond. Oeps, hier wordt weer veel water
verplaatst. Het water klotst ook hier in volstrekt willekeurige richtingen. Omhoog,
omlaag, voor, achter. Vreemd om te ervaren, bij deze omstandigheden eerder
interessant om te zien dan angstaanjagend. Bij ander weer zou ik hier niet
graag varen!
Old Harry met rechts daarvan Old Harry's Wife. Je moet er
maar op komen |
Dan de hoek om en komt in de verte de grote binnenzee in
zicht waaraan Poole ligt. We passeren een paar solitair in zee staande
krijtpilaren: Old Harry en Old Harry’s Wife. Mooie namen hebben die Engelsen
bedacht. Via een lang kanaal slingeren we de binnenzee op en meren af in Poole
Quay Boat Harbour. We willen net naar binnen draaien als een giga-jacht van de
kant losmaakt en de haven uitvaart. Het blijkt een spiksplinter nieuwe
Sunseeker van een heel grote maat te zijn. De Sunseeker werf ligt pal aan de
overkant van het water. Deze jachthaven wordt gebruikt voor de overdracht aan
de welgestelde eigenaren. Dit exemplaar is al snel zo’n veertig meter. Ze maken
ze hier van veertig tot 155 voet.
We sluiten de dag af met schitterend vuurwerk, recht voor onze deur |
Even later hebben we een plek op een kopsteiger. Rechts voor
de plaats waar in de avonds vuurwerk wordt afgestoken vanaf een barge. Meer
eerste rang kunnen we niet zitten. Het wordt ook nog een mooi vuurwerk. We
genieten. Applaus.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten