dinsdag 8 juli 2014

Helmsdale en verder noord, geweldig


 De tucht van eb en vloed en het starten van de motor van zeiljacht Oban naast ons zorgen ervoor dat we zaterdagochtend bijtijds uit de veren zijn. Het is stil en leeg in de haven, op een enkele rommelende visser na. De lucht is zuiver en kraakhelder, net als het water overigens. Stationair motoren ook wij even later naar buiten.

Eenmaal buiten gaan we 270 graden voorliggen en moeten we helaas de motor het werk laten doen. Gisteren heb ik het zeewaterkoelsysteem volgezet met water met daarin Jiff, nu Ciff… Het heeft de hele nacht ingewerkt en het eerste koelwater schuimde vanochtend ook wel een beetje. De afgelopen dagen liep de koelwatertemperatuur een paar keer water hoger op. En daalde weer als ik het wierfilter schoonmaakte. Dat hadden we eerder nooit en ook het filter was maar minimaal vervuild. Nu na een nachtje inweken blijft de temperatuur mooi constant net op 80 graden. De Jiff heeft z’n werk gedaan.
Op ons gemak en over een heel rustige zee tuffen we richting Inverness. De overkant van de Moray Firth zien we steeds beter. Geweldig om hier op eigen kiel te varen! Plotseling zie ik in de verte beroering in en op het water. Met de verrekijker zien we snel dat het een hele school dolfijnen is. Zeker vijftien schat ik. Af en toe springt er een helemaal het water uit. Voor de rest is het een golvend landschap van bovenwater komende rugvinnen. Even later zwemt er een alleen vlak voor de boot. Met een snelle foto lukt het me dat vast te leggen. Hij duikt onder en .. weg is hij. In de pilot lezen we dat het niet zo vreemd is ze hier te zien, we varen precies een populaire punt voor dolfijn-spotten voorbij. Naar het schijnt worden hier ook veel minkey-whales gezien, helaas voor ons laten zie zich vandaag niet zien.
Begin middag varen we bij Inverness onder Kessock brug door die het noorden van Schotland ve3rbindt met de rest van het land. Direct daarna is een jachthaven. Die slaan we over, wij gaan door naar de zeesluis Clachnaharry, de sluis die toegang geeft tot het Caledonisch kanaal. Via de marifoon vraagt de sluismeester ons even te wachten, hij maakt de sluis voor ons klaar. Even later draaien de grote deuren open en kunnen we naar binnen. “Hello folks, welcome in Scottland, you are our guests so Iet me help you.” Met die welkomstwoorden pakt de sluismeester onze lijnen een en geeft aanwijzingen hoe we het beste in zijn sluis kunnen afmeren. Grote blauwe overall, reddingsvest vooruitstekende buik en stevige bril. Geweldig. Als we eenmaal liggen krijgen we les. Over hoe het er op het kanaal aan toegaat. En dat we vooral rustigaan moeten doen, Het is immers vakantie en de sluismeesters zijn er om hun gasten te helpen.
Een enorm uitgestrekt landschap, wat een leegte. Een enkel verdwaald huis en hier en daar een schaap

Hier aan het begin van de binnendoorweg door Schotland moeten we ook in een keer passage betalen. Tja, dat hoort erbij en wij hebben het er graag voor over. Na die plichtplegingen draait de sluisdeur open en varen we op ons gemakje een paar honderd meter verder, waar de procedure zich herhaalt bij de tweede sluis. Meteen daarna is een jachthaven voor de van zee komende schepen, vlak voor de eerste trap van die aaneengesloten sluizen. We vinden een box en genieten even later in een rustig Schots zonnetje van een witte wijn.
We wandelen bij het Dunrobin Castle bij Golspie, een sprookje

Voor twee dagen hebben we de beschikking over een huurauto, op te halen bij de airport. Met de vouwfiets, dan in de verder vrij lege bus op zondagochtend en dan .. lefthand drive. Even rustig aan en nadenken bij wat je doet. Het wendt snel. Met een grote wegenatlas van de Lidl op schoot toeren we even later verder noord. Langs de kust richting Wick, een redelijk drukke weg. Halverwege houden we de drukte voor gezien en slaan we bij Helmsdale linksaf, een gele weg op, althans op de kaart. Dat is precies wat ik zoek: een meter breder dan de auto met om de haverklap uitwijkplaatsen om te passeren. Mijlenlang slingert de weg zich naar het noorden en met elke mijl wordt het landschap leger. Na twintig mijl slaan we weer linksaf bij een dorpje met twee huizen en een spoorlijn. Nu volgen we een geel gestippelde weg, nog leger. Het landschap waar we doorheen rijden is geweldig, althans dat vinden wij. De mooiste luchten met gigantische wolkpartijen en een volkomen leeg golvend landschap in alle scharkeringen groen. Gelardeerd met kronkelende stroompjes met het helderste water. Helemaal mijn vakantieland!

Wat een  landschap in alle soorten licht !

Ik vind het jammer dat we al weer op een echte weg uitkomen die ons naar het zuiden voert. Van dit mooie licht over het enorm uitgestrekte lege land kan ik geen genoeg krijgen. Fel zonlicht en hevige regenbuien wisselen elkaar af en zorgen boven ons voor de mooiste taferelen. Langzaam komen we weer in de bewoonde wereld en moeten we vaker uitwijken voor tegemoet komende auto’s. De afgelopen uren waren het alleen schapen en lammeren die ons af en toe de weg versperden.
Terug aan boord maken we een lekkere maaltijd en duiken al vroeg in onze kooi. Buiten is het nog volop licht. Lange dagen.


Voor de ontwatering is er turf gestoken. Doet me denken aan mijn opa die z'n hele leven turfsteker was in de Peel



Geen opmerkingen:

Een reactie posten