dinsdag 22 juli 2014

Overpeinzingen vanuit de kuip

Uit de kajuit klinkt met een Ierse tongval het zeeweerbericht via de marifoon voor het gebied Mull of Galloway tot de Mull of Kintyre. Southeast three to four, fogpatches, seastate smooth, visebility good. Vanuit de kuip zie ik op honderd meter afstand een bruinvis passeren, zijn donkere rugvin op z’n ronde rug komt bij elke ademhaling mooi boven het oppervlak uit.

Met een minimaal windje ongeveer recht op kop motoren we richting Belfast. Naar Bangor om precies te zijn, de marina een paar mijl oost van de stad aan de zuidzijde van Belfast Lough. Versgezette koffie erbij en een puntje cheesecake. De zon schijnt heerlijk, de zee is vlak en de stroom een knoopje tegen.
Gisterochtend zijn we in wat druilerig weer vertrokken uit de ‘whiskystad van de wereld',  Campbeltown. Een eeuw en meer geleden wemelde het hier van de whiskystokerijen. In 1920 raakte de wereldeconomie in een diepe recessie die tot de jaren dertig zou aanhouden. De Amerikaanse overheid vaardigde in 1920 een verbod uit op de import van alcoholische dranken, uitgezonderd voor medische doeleinden. Die zogenaamde Drooglegging stond aan de basis van het geweldige succes van Schotse whisky in de Verenigde Staten. De Schotse whisky was van veel betere kwaliteit dan de illegaal zelfgestookte alcohol. En dus kwam er een levendige export vanuit Schotland op gang naar het Caribische gebied, van waaruit de Schotse whisky naar de oostelijke staten van de VSA werd gesmokkeld. De verleiding was groot om dit kwalitatief goede product te versnijden, dan was het nog steeds lekker en beter dan de lokale illegale alternatieven. Dit verdunnen ging het best met whisky met een sterke smaak. Dus niet de zachte smaken van de Speyside, maar liever de zwaardere van de westkust en de eilanden met hun stevige zilt- en turfsmaken. Die stevige whisky’s werden veel in Campeltown gemaakt en vanuit deze haven verscheept naar de Carieb. Door Drooglegging floreerde het stadje. Echter de verleiding werd ook hier te groot: met het toenemen van de productie nam de kwaliteit af en vervolgens ging het overgrote deel van de distilleerderijen uit productie of op de fles. Momenteel is er nog één over, Springbank. De smaak? ‘The new-make is sweet and heavy; oily with a light smokiness. It benefits from long maturation, gaining body and complexity; fruity aroma’s (cherries, strawberries and bananas), maritime notes (seaweed and hot sand), machine oil. The texture is creamy, and the taste has sweet butterscotch, fresh mint and grubby smoke in the finish., Medium tot full-bodied.’ Hoe dat smaakt? Stevig, heerlijk om op een rustige avond in de kuip van te genieten. Come, taste and enjoy!

Whiskystad Campbeltown in nevelen gehuld 

Afijn, wij dus met zeer laag hangende bewolking de beschutte haven uit, om Davaar heen en dan naar het zuiden. Naar de Mull of Kintyre. Met de muziek van Paul McCartney stevig uit de Rockbox varen we langs het oostelijke puntje van de Mull. Het is rustig weer en we hebben geen springtij dus de stroom valt erg mee. We zeilen, maar de wind valt langzaam weg. Het kleine beetje dat overblijft, draait meer op kop. We zetten de motor bij en met een rustig gangetje gaan we richting Glenarm aan de Noord-Ierse kust.

Mijmeren bij de muziek van McCartney
Glenarm is een charmant plaatsje, ongeveer in het midden van de Antrim coast zoals deze kust heet. Een groot kasteel met een nog grotere ommuurde tuin domineert het stadje. De kerken en rijen huizen zijn er omheen gegroepeerd. In het verleden werd hier veel kalksteen gewonnen en naar Engeland verscheept. Hier zijn de heuvel net zo hoog als in Schotland. Ze zijn echter compleet in gebruik voor veeteelt. Tot op de top lopen hier koeien, waar de toppen in Schotland alleen met varens zijn begroeid. Een kleine havenkom achter grote zeeweringen van kalksteen. Een opnieuw heel vriendelijke haven meester staat klaar om de lijnen aan te pakken.

Nu dus vanuit de kuip, onderweg naar Bangor. Af en toe steekt links of rechts van de boot een zeehond zijn koppie boven het water uit en kijkt in de rondte, Veel zeevogels op het water: koeten en Jan van Genten. Een paar keer een bruinvis. Aan bakboord glijdt langzaam East Maiden voorbij. Een stevige rots met een vuurtoren erop.

East Maiden: give it a wide berth!
Het is duidelijk: hier komt de bodem omhoog, deels boven water, deels ook eronder. ‘Give it a wide berth’, zegt de pilot en die raad volgen we op. Voor ons langs gaan grote veerboten, onderweg van en naar de Engelse westkust. Ruim voordat ze in zicht zijn zien we ze op de AIS, compleet met bestemming, koers, snelheid en hem moment dat ze ons pad kruisen. Goede investering geweest, dat apparaat.

Begin van de middag lopen we Bangor binnen. Grote marina, alle faciliteiten.




1 opmerking:

  1. Jullie gaan wel erg hard hoor!!
    Straks zijn jullie al weer terug terwijl wij nog moeten vertrekken

    BeantwoordenVerwijderen