Tussen 1793 en 1801 werd het kanaal aangelegd waar wij
vandaag doorheen varen. Tot die tijd moesten schepen vanuit Glasgow aan de
Firth of Clyde om het schiereiland Kintyre heen varen op weg naar
Noordwest-Schotland en de Hebriden. Dat was een gevaarlijke route door de Mull
of Kintyre (van het gelijknamige nummer van Beatle Paul McCartney) en bovendien
tachtig mijl langer.
.JPG) |
We varen door het groen, aan twee kanten aan te raken... |
En dus werd er een kanaal gegraven en gemetseld van
Ardrishaig aan Loch Gilp naar Crinan. Geschikt voor schepen tot een maximale
lengte van zesentwintig meter en een breedte van zes meter. Oeps… en wij zijn
al vier meter. Pas dus maar houdt niet over. Dat blijkt te kloppen. Direct als
we in Crinan de tweede sluis hebben gehad komen we op het smalste stukje van het
kanaal. Ermi laveert kunstig tussen de boomtoppen en het struikgewas door. Een
twee kanten kunne we het groen aanraken. Niet dat ik daar veel van zie, want
direct na het lock merk ik dat we weer eens geen koelwater uit de uitlaat
krijgen. Dus motorruimte open, wierpot open en handmatig bijvullen met
kraanwater. Aanleggen gaat even niet. Gelukkig is het hier allemaal niet groot,
dus de volgende aanlegplaats komt snel in zicht, direct na een draaibrug. Die
moet je aanroepen met je scheepstoeter. We leggen aan en kijken alles nog weer
eens goed na. Ik maak de O-ring in de wierpot schoon, vet hem licht in en leg
hem heel precies terug. Misschien dat er daarlangs lucht werd aangezogen.
Wierpot dicht, starten en.. weer water. Voor de hele rest van de dag ook nog.
.JPG) |
Ermi doet het zware werk op de kant, best pittig |
Met de motor stationair lopen we nog drie knopen en dat is
bijna de maximaal toegestane snelheid. Harder hoeft ook niet, er is meer dan
genoeg om van te genieten. Bij de eerste sluius moeten we wachten; een Fransman
is aan het schutten. Mooi, kunnen wij even de kunst afkijken. Want vanaf hier
moeten we het zelf doen. Als zij klaar zijn is het de beurt aan ons. Na ons is
Peter aangekomen, een Engelsman die met een mooie Arcona 37 in z’n eentje door
Schotland toert. We duwen gezamenlijk de voorste sluisdeuren dicht en de
achterste open. Dat gaat nog best zwaar, zeker het eerste stukje. Dan invaren,
lijnen opgooien en vastleggen. Passen en meten, dat wel, want 37 en 40 voet
lang en twee keer vier meter breed is wel het maximum. Dan omhoog klauteren
(als je bij een ladder ligt tenminste) en de achterste deuren sluiten. Alles oké?
Dan langzaam de spuigaten van de voorste deuren openen.
.JPG) |
Mijn werk: uitvaren en direct weer vastleggen |
De verdeling is al snel zo: ik vaar en doe het werk aan
boord, Ermi loopt en doet het (zware) werk op de sluis. De eerste keer gaat het
te voorzichtig. Dat wil zeggen dat de spuigaten zo weinig openstonden dat het
water er via de achterste deuren net zo snel weer uitsijpelde dat we niet
omhoog kwamen. Verder op dus, veel verder. Nou toen begon het behoorlijk te
kolken, maar … we stegen wel. En, afgekeken bij anderen: de voorlijn met een
lus op de sluis vastgemaakt, via een blok op het voorschip naar een lier in de
kuip. Achterlijn idem dito. Twee lijnen in de kuip dus, allebei op een lier en
mijn werk was om die lijnen een beetje strak te houden. Met het stuurwiel een
beetje bijsturen. Na een paar sluizen werden we steeds handiger. We hadden er
al plezier in, maar dat werd allen maar meer. Bij een paar sluizen ligt er een
verkeersbrug precies … midden over de sluis. Bij aankomst: toeteren en hij
draait open.
.JPG) |
Vijftien locks in negen mijl |
In het Caledonian Canal zijn er sluistrappen waar je bij het
uitvaren van de ene direct de andere sluis invaart. Hier zijn er ook wel
trappen maar tussen de sluizen zit steeds een pittoresk bassin met zo’n honderd
meter. Alles omgeven door groen. En het zwart en wit van de sluis zelf
natuurlijk. Na de vijf sluizen bij Dunardry zijn we op het hoogste punt. Even
doorvaren naar Cairnbaan en dan begint de afdaling. Die gaat een stuk
gemakkelijker. Bij het aanleggen vaar je een volle sluis binnen, dus de lijnen
kun je gemakkelijk zelf vastleggen. Dan stroomt het water bij het schutten de
sluis uit in plaats van in en dus is er geen turbulentie in de sluis zelf.
Lijntjes rustig laten vieren tot je onder bent. Deuren openduwen en uitvaren.
De hele dag doen we dat samen met Peter en zijn Arcona 37. En dus is het aan
het einde van de middag de hoogste tijd om samen een biertje te drinken in de
pub van Cairnbaas. Lokaal bier dus, niet koud, bitter en met een stevige
‘afdronk’. Even wennen en dan lang niet slecht. It was a hard days work.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten