zaterdag 19 juli 2014

Shortcut Crinan Canal

Tussen 1793 en 1801 werd het kanaal aangelegd waar wij vandaag doorheen varen. Tot die tijd moesten schepen vanuit Glasgow aan de Firth of Clyde om het schiereiland Kintyre heen varen op weg naar Noordwest-Schotland en de Hebriden. Dat was een gevaarlijke route door de Mull of Kintyre (van het gelijknamige nummer van Beatle Paul McCartney) en bovendien tachtig mijl langer.


We varen door het groen, aan twee kanten aan te raken...
En dus werd er een kanaal gegraven en gemetseld van Ardrishaig aan Loch Gilp naar Crinan. Geschikt voor schepen tot een maximale lengte van zesentwintig meter en een breedte van zes meter. Oeps… en wij zijn al vier meter. Pas dus maar houdt niet over. Dat blijkt te kloppen. Direct als we in Crinan de tweede sluis hebben gehad komen we op het smalste stukje van het kanaal. Ermi laveert kunstig tussen de boomtoppen en het struikgewas door. Een twee kanten kunne we het groen aanraken. Niet dat ik daar veel van zie, want direct na het lock merk ik dat we weer eens geen koelwater uit de uitlaat krijgen. Dus motorruimte open, wierpot open en handmatig bijvullen met kraanwater. Aanleggen gaat even niet. Gelukkig is het hier allemaal niet groot, dus de volgende aanlegplaats komt snel in zicht, direct na een draaibrug. Die moet je aanroepen met je scheepstoeter. We leggen aan en kijken alles nog weer eens goed na. Ik maak de O-ring in de wierpot schoon, vet hem licht in en leg hem heel precies terug. Misschien dat er daarlangs lucht werd aangezogen. Wierpot dicht, starten en.. weer water. Voor de hele rest van de dag ook nog.

Ermi doet het zware werk op de kant, best pittig
Met de motor stationair lopen we nog drie knopen en dat is bijna de maximaal toegestane snelheid. Harder hoeft ook niet, er is meer dan genoeg om van te genieten. Bij de eerste sluius moeten we wachten; een Fransman is aan het schutten. Mooi, kunnen wij even de kunst afkijken. Want vanaf hier moeten we het zelf doen. Als zij klaar zijn is het de beurt aan ons. Na ons is Peter aangekomen, een Engelsman die met een mooie Arcona 37 in z’n eentje door Schotland toert. We duwen gezamenlijk de voorste sluisdeuren dicht en de achterste open. Dat gaat nog best zwaar, zeker het eerste stukje. Dan invaren, lijnen opgooien en vastleggen. Passen en meten, dat wel, want 37 en 40 voet lang en twee keer vier meter breed is wel het maximum. Dan omhoog klauteren (als je bij een ladder ligt tenminste) en de achterste deuren sluiten. Alles oké? Dan langzaam de spuigaten van de voorste deuren openen.

Mijn werk: uitvaren en direct weer vastleggen
De verdeling is al snel zo: ik vaar en doe het werk aan boord, Ermi loopt en doet het (zware) werk op de sluis. De eerste keer gaat het te voorzichtig. Dat wil zeggen dat de spuigaten zo weinig openstonden dat het water er via de achterste deuren net zo snel weer uitsijpelde dat we niet omhoog kwamen. Verder op dus, veel verder. Nou toen begon het behoorlijk te kolken, maar … we stegen wel. En, afgekeken bij anderen: de voorlijn met een lus op de sluis vastgemaakt, via een blok op het voorschip naar een lier in de kuip. Achterlijn idem dito. Twee lijnen in de kuip dus, allebei op een lier en mijn werk was om die lijnen een beetje strak te houden. Met het stuurwiel een beetje bijsturen. Na een paar sluizen werden we steeds handiger. We hadden er al plezier in, maar dat werd allen maar meer. Bij een paar sluizen ligt er een verkeersbrug precies … midden over de sluis. Bij aankomst: toeteren en hij draait open.

Vijftien locks in negen mijl
In het Caledonian Canal zijn er sluistrappen waar je bij het uitvaren van de ene direct de andere sluis invaart. Hier zijn er ook wel trappen maar tussen de sluizen zit steeds een pittoresk bassin met zo’n honderd meter. Alles omgeven door groen. En het zwart en wit van de sluis zelf natuurlijk. Na de vijf sluizen bij Dunardry zijn we op het hoogste punt. Even doorvaren naar Cairnbaan en dan begint de afdaling. Die gaat een stuk gemakkelijker. Bij het aanleggen vaar je een volle sluis binnen, dus de lijnen kun je gemakkelijk zelf vastleggen. Dan stroomt het water bij het schutten de sluis uit in plaats van in en dus is er geen turbulentie in de sluis zelf. Lijntjes rustig laten vieren tot je onder bent. Deuren openduwen en uitvaren. De hele dag doen we dat samen met Peter en zijn Arcona 37. En dus is het aan het einde van de middag de hoogste tijd om samen een biertje te drinken in de pub van Cairnbaas. Lokaal bier dus, niet koud, bitter en met een stevige ‘afdronk’. Even wennen en dan lang niet slecht. It was a hard days work.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten