Een plensbui wekt ons. Ai, dat klinkt niet goed. We blijven
gewoon nog even lekker doorsoezen. Wetende dat de eerste uren de stroomsnelheid
door Dorus Mor nog fors is.
In het rustige Craobh Haven dat rondom door eilandjes en breakwaters is omgeven, merken we weinig
van het weer buiten. Het is grauw en nogal egaal grijs. De regen gaat over in drizzle. Van die stevige motregen waar
je in no-time toch helemaal doorweekt van raakt. De kajuit is omgetoverd in een
wasserette. We hebben de wasmachine in de haven gebruikt en daarna de
droogtrommel. Alleen werkte de eerste aanzienlijk beter dan de tweede. Ook na
de nodige ponden verslonden te hebben zorgt het apparaat er nog niet voor dat
de was droog is. Dus span ik een paar touwtjes door de kajuit en daaraan hangt
de nog niet droge was. Erg huiselijk, maar toch liever niet.
Vandaag staat een korte tocht op het programma, naar het
begin van het Crinan Canal. Wel een route met op de kaart van die extra golfjes
getekend. En in de elektronische kaart staat er plotseling de stroomsnelheid
bij. Acht knopen bij springtij in oostgaande richting, zes knopen in westgaande
richting. Dat is Dorus Mor, een nauwe doorgang van een paar honderd meter
tussen twee massieve eilanden. Wij moeten er van west naar oost door om bij
Crinan te komen. Net na springtij. In de haven van Ardfern waar we gisteren
naartoe wandelden, heb ik een foto gemaakt van de stroomrichtingen bij Dorus
Mor. Altijd handig zo’n lokale informatie. Die geeft aan dat we stroom mee
hebben tussen kwart over zeven ’s-Ochtends en een uur ‘s-middags. Wij zijn er
om half twaalf en hebben keurig het laatste stukje van de oostgaande stroom
mee. Toch gaan we nog even elf knopen en rommelt het water weer om ons heen.
Dan plotseling, rust.
Dat schiet lekker op, 11 knopen over de grond |
Precies tussen de twee eilanden is het stil, we hebben
zelfs een paar tienden stroom tegen. Even later begint het water weer te
kolken. Maar dan is Crinan al in zicht en het ergste leed geleden. Ermi blijft
stoïcijns bij zo’n passage, ik knijp hem stiekem wel. Gelukkig gaat alles zoals
het hoort. Een snelle motorboot schiet ons voorbij en vindt samen met een oud
visserschip plek in de eerste sluis. De sluismeester roept ‘to narrow’ en ‘be back with you in five minutes’. Dat wordt natuurlijk iets
langer en dus pikken we een meerboei op vlak voor de sluis. Maar goed ook want
na een paar korte droge momenten komt er weer een stevige bui over. Onder de
buiskap zitten we droog en wachten rustig af hoe het verder gaat. Even later
draaien de deuren open en kunnen we naar binnen. Van zout naar zoet dit keer.
Aankomst bij het Crinan Canal. even geen stroom, alleen een heleboel sluizen. Op naar de Mull of Kintyre! |
Op het moment dat het schutten begint verandert de sluis in een wit kolkende en
schuimende watermassa. ‘Quitely’ zegt ze hier niet zoveel. Drie meter hoger en
we hebben een schitterend uitzicht over de baai achter ons en het water onder
ons achter de sluisdeur. Elke keer weer een vreemd gezicht.
In het bassin tussen lock 14 en 15 vinden we een mooi plekje voor de nacht |
De passage door het kanaal kost dik honderd pond, te voldoen
bij aankomst. Niet weinig, maar het begin is al meteen goed. Vanuit de kolk
varen we een tussenbassin naar de volgende kolk in en kunnen daar voor de nacht
blijven liggen. Super-pittoresk. Witte huizen, een paar antieke boten, volop
mensen en dat allemaal omgeven door alleen maar groen van de bomen en het gras
op de hellingen. We lunchen in de kuip met gebakken eieren met uitgebakken
bacon. Heerlijk.
Met de e-bike die ik uit het vooronder tover ga ik op
verkenning langs het kanaal. Verderop kijken hoe de passage van sluizen gaat.
Want hier op het Crinan canal is het voor het overgrote deel zelfbediening.
Alleen aan het begin en het einde worden de sluizen bediend. Dus we moeten er
morgen een stuk of twaalf zelf doen. Met de hand…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten