maandag 28 juli 2014

Verschillende gezichten van Ierland

Het regent en het waait. En wij zitten met een klein kacheltje aan knus in de kajuit. Lekker gegeten, afwasje gedaan, kopje verse koffie erbij. Straks vroeg te kooi, denk ik. Gisteren en vandaag met een auto het land in geweest. Twee heel verschillende dagen.

Bij de verhuurbedrijven in de stad lukte het niet een auto te huren. De ene zaak was opgedoekt, bij de andere was er geen een beschikbaar. Balen, en een blaar bij Ermi op haar voeten. Nieuwe schoenen.
Dus daags daarna vanuit Howth met de trein naar Dublin, lopen van het station naar de airportbus en … aanschuiven achter in de rij bij de goedkoopste verhuurder. Terwijl er bij de andere verhuurders af en toe een klant kwam die vervolgens snel met een bosje sleutels de deur uitliep, stonden wij braaf te wachten in de rij. Tussendoor moest ze nog even naar het toilet, terwijl jij je daar op staat te vreten. Eindelijk aan de beurt, heeft ze een Micra voor ons. Een Micra! Maar wel een automaat, dat maakt weer wat goed. Van de balie naar het busje, dat vervolgens drie rondjes om het vliegveld rijdt (weer een verloren kwartier) en eindigt bij een complex waar alle verhuurbedrijven weer naast elkaar zitten. En daar staat onze Micra, zilverkleurig, vierdeurs en… met automaat. Zijn we inmiddels wel twee uur verder. Relax man, het is vakantie!

Pittoresk of eigenlijk gewoon een rommeltje? Ik denk het laatste
De eerste dag rijden we een beetje op goed geluk in noordelijke richting. Stukje snelweg, maar al snel er vanaf. Veel akkerbouw hier, het graan kleurt al aardig blond en er is al volop ruwvoer geoogst. Beetje heuvelachtig, hier en daar een boerderij en een klein dorpje. Mooi, maar niet bijster interessant. In Slane ziet we op het industrieterrein het logo van Lidl. We hebben vandaag een autootje dus dit is de kans om de voorraden aan boord weer eens lekker aan te vullen. Koffie erbij, gaat het toch nog wat worden vandaag.
In Drogheda strekken we de benen. Stadje, met ongeveer zoveel kerken als inwoners. Elke kerk net weer iets anders. Als we op zaterdagmiddag bij de grootste binnenlopen, staan we plotsklaps midden in een Gregoriaans gezongen kerkdienst. We vinden dat we teveel storen als we dan ook nog een kaarsje gaan branden bij het Maria-altaar en verlaten onverrichter zake de kerk.


In Ierland rijden ze nog op stoom. Althans sommigen
Onze route terug naar Howth gaat langs de kust. Mooie vergezichten over zee, rommelige, levendige dorpjes waar men leeft van een beetje kustvisserij. Hier een daar een verscholen kas, redelijk modern. Bij het langsrijden zie ik er niets in staan. In enkele plaatsjes is het feest. Dat betekent dat we er meer stilstaan dan rijden. Al met al een lange rit, gezellig met z’n tweetjes, maar niet heel bijzonder.


Alweer zo'n weggetje gevonden
De tweede dag maakt veel goed. In plaats van over de snellere rondweg gaan we dwars door de stad. Op zondagochtend moet dat kunnen. En dat klopt. Straight-on naar het centrum, helemaal langs de baai met overal grote en goed onderhouden huizen. Geen armoe hier. Dan de brug over de Liffey over en zoeken hoe we aan de zuidkant de stad uitkomen. Een paar keer verkeerd, keren en opnieuw. Richting Wicklow Mountains. Zoals gebruikelijk eerst over brede wegen, dan allengs smaller tot er weer alleen een weggetje met uitwijkplaatsen overblijft. Eerst met veel bomen aan weerszijde van de weg die elkaar bovenin raken. De zon schijnt dus we rijden in de schaduw van al die boomkruinen. Holle wegen, dus met begroeiing of muurtjes langs de zijkant. Gewoon mooi. Zoals je Ierland verwacht. Veel fietsers ook. In de stad gewone, maar hier buiten de stad alleen wielrenners. Niet zomaar een paar, het lijkt net als bij ons een massasport. Met onze richting mee is het zwoegen. Bergop dus. Al snel verdwijnen de bomen en verandert het landschap in kale heuveltoppen. Alhoewel heuvels.. hier en daar zijn ze meer dan vijftienhonderd meter hoog. Het dubbele van die beroemde Ben Nevis in Schotland.
Portret bij het Upper Lake in Glendalough, gemaakt door een aardige meneer
Koffie in Glencee. Het blijkt de plek te zijn waar Duitse (wees)kinderen na de Tweede Wereldoorlog vanuit hun vaderland aankwamen, vaak ondervoed en in slechte gezondheid. In Glencee sterkten ze een tijdje aan, voordat ze ergens in Ierland werden opgenomen in een pleeggezin. Niet zomaar een paar, best flinke aantallen, onder dank van de Duitsers. Nooit geweten.
We weten dus altijd de kleinste en smalste weggetjes te vinden. Zo ook nu. Af en toe moet de dataroaming er aan te pas komen om weer een beeld te krijgen van waar we zijn. Op die manier verzeilen we bij Glendalough, waar bij twee kleine meertjes met eromheen steil en hoog oprijzende bergwanden al sinds de vroege Middeleeuwen een klooster heeft gestaan. Nu resteren daarvan alleen nog de ruïnes waaraan goed te zien is wat het was en vooral op wat een mooie plek het klooster stond. Vanaf de Middeleeuwen zijn rond het klooster mensen uit de omgeving begraven. En rondkijkend zien we dat dat tot op de dag van vandaag nog steeds gebeurt.
De begraafplaats is al eeuwen in gebruik. En nog steeds. 
In een schitterende rustige omgeving
In het restant van een kerkje staat een oude grafzerk waarop te lezen is dat de dame die hier in 1950 werd begraven 106 jaar oud is geworden. En iets verderop zijn familiegraven waar nog maar twee of drie jaar geleden een overledene is bijgezet. Een hoge smalle ronde toren overziet de begraafplaats en de beide meertjes. Een mooie plek. Vinden ook veel meer toeristen.
We slingeren verder over supersmalle weggetjes. Nog steeds overal wielrenners. En om de zoveel tijd een huis of een paar huizen. Allemaal groot, goed verzorgd en op een mooi perceel. Vaak met mooi uitzicht over een vallei of op een heuvellandschap. Ik vraag me wel af waar de bewoners de kost mee verdienen. Feitelijk geen landbouw, een klein beetje toerisme waar een paar mensen van kunnen leven en de afstand tot het veel drukkere Dublin is zo groot dat je die afstand moeilijk dagelijks kunt overbruggen.

De airportbus vervoert ons vandaag in omgekeerde richting: van het vliegveld naar de stad. Als we iets langer blijven zitten is er een halte precies bij de wijk Temple Bar. De verleiding is te groot, dus we gaan nog niet naar huis. In plaats daarvan slenteren we op ons gemak door deze mondaine wijk met straatmuziek, hippe én traditionele pubs. 
The Bank, ietsie chiquer dan de gemiddelde pub in de wijk Temple Bar
We kijken even binnen bij The Bank, een café en restaurant in het vroegere gebouw van de Bank of Ireland. Ziet er chique uit met veel glimmends. We belanden in The Old Storehouse, ook niet verkeerd. Een gezellige, levendige drukte op zondagmiddag. Inclusief live muziek van een gitarist en een violist. Het valt ons op dat er veel vrouwen in de pub zijn. In groepjes van vier of vijf, zonder mannen. Ze drinken stevig van het bier.

Relaxt nemen we later de trein terug naar de Brandaen. De laatste meters vanaf het station begint het te druppelen. Leuke dagen hier in Dublin. Morgen naar Arklow als het weer het toestaat.

1 opmerking: